De nieuwe wet WBTR
Wat betekent de nieuwe wet Bestuur en toezicht rechtspersonen voor uw stichting of vereniging?
Vanaf 1 juli 2021 is de nieuwe wet Bestuur en toezicht rechtspersonen in werking getreden en dit heeft mogelijk gevolgen voor uw stichting of vereniging. Het doel van de nieuwe wet is om de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen te verbeteren. In de nieuwe wet worden vijf nieuwe maatregelen ingevoerd, maar in dit artikel zal enkel worden stilgestaan bij de maatregelen die gevolgen hebben voor de statuten van uw stichting of vereniging bij de eerstvolgende statutenwijziging.
De eerste wijziging die getroffen dient te worden bij de eerstvolgende statutenwijziging van uw stichting of verenging is ten aanzien van het meervoudig stemrecht. Het is vanaf 1 juli 2021 immers niet meer mogelijk om in de statuten op te nemen dat één bestuurder (of commissaris) meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders (of commissarissen) tezamen. Indien een dergelijke bepaling in de statuten van uw stichting of vereniging is opgenomen, dan moet bij de eerstvolgende statutenwijziging deze regeling voldoen aan de wettelijke beperking dat een bestuurder niet meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen. Stichtingen en verenigingen hebben hier vijf jaar de tijd voor. Ondernemen zij geen actie, dan kan de stichting of vereniging na vijf jaar geen beroep meer doen op de regeling van het meervoudig stemrecht in de statuten.
Daarnaast moeten de statuten van uw stichting of vereniging vanaf 1 juli 2021 voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis (bijvoorbeeld door ontslag of overlijden) of belet (bijvoorbeeld door ziekte) van alle bestuurders. De statuten kunnen ook voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders. De statuten kunnen verder nader bepalen wanneer er sprake is van belet. Volgens het overgangsrecht moet bij de eerstvolgende statutenwijziging een regeling worden opgenomen over de wijze hoe de stichting of vereniging voorlopig zal voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders.
Tot slot is er vanaf 1 juli de regeling in de wet opgenomen dat een bestuurder van uw stichting of vereniging niet zal deelnemen aan de beraadslaging en de besluitvorming indien de bestuurder daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van uw stichting of vereniging. Een voorbeeld is als een vereniging een bepaald pand wil kopen en de bestuurder van de vereniging verkoper van het pand is. De bestuurder wil een zo hoog mogelijke prijs voor het pand, maar de vereniging wil juist zo min mogelijk betalen. Het gevolg is dat er sprake is van een tegenstrijdig belang. Door de nieuwe regeling geldt dat als er hierdoor geen besluit kan worden genomen door het bestuur, het besluit genomen dient te worden door de raad van commissarissen. Als er geen raad van commissarissen is (of als alle commissarissen ook een tegenstrijdig belang hebben) wordt het besluit genomen door de algemene vergadering. Als u dit niet wenselijk vindt, dan kunt u in de statuten anders bepalen. Zo kan er worden gekozen om het tegenstrijdig belang weg te schrijven in die zin dat het bestuur bevoegd blijft om te besluiten als alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben. Is er op dit moment niks opgenomen in uw statuten over tegenstrijdig belang, dan zal de wet gelden.
Wilt u weten wat de nieuwe wet Bestuur en toezicht rechtspersonen betekent voor de statuten van uw stichting of vereniging? Wij adviseren u graag!